Mieke van Vemden: 'Proberen minder vanuit het eigen perspectief naar problemen en anderen in de wereld te kijken'.
Drie Fontysdocenten ontvingen recent een 'Promotiebeurs voor leraren'. Een van hen is docent lerarenopleiding Aardrijkskunde Mieke van Vemden. Zij doet onderzoek naar de dekolonisering van het aardrijkskundecurriculum in het voortgezet onderwijs in Nederland, met behulp van een 'GeoCapabilities-benadering'. Dat klinkt best ingewikkeld en het onderwerp is ook niet eenvoudig. Daarom licht Mieke haar onderzoek toe.
‘Het draait er vooral om dat we in aardrijkskunde meer aandacht hebben voor de manier waarop we in het Westen naar de wereld kijken. We moeten proberen minder vanuit het eigen perspectief naar problemen en anderen in de wereld te kijken. Hierbij hoort aandacht te hebben voor welke kennis we leerlingen leren en hoe dit het beeld over die ander beïnvloed.’ Dat is gedekoloniseerd onderwijs. Volgens Mieke is het onderzoek geslaagd als ze docenten bewust kan maken van de noodzaak van het dekoloniseren van het aardrijkskundecurriculum en dat daarmee het onderwijs verandert, en dat ze handvatten kan geven aan docenten, hoe klein ook.
Hoe kan gedekoloniseerd onderwijs eruit zien? Doel van het onderzoek is kennis en inzicht verwerven in de vraag hoe gedekoloniseerd aardrijkskunde onderwijs er in Nederland uit zou kunnen zien en in hoeverre aspecten van het GeoCapabilities-model docenten helpen dit te realiseren. Het mooie is dat dit onderzoek gedaan wordt samen mét docenten, en dat het niet gaat óver docenten. Mieke faciliteert en is zich terdege bewust van haar positie in dit gesprek als witte, hoogopgeleide vrouw.
Het onderzoek kan bijdragen aan drie aspecten: het gesprek over dekolonisering in een Nederlandse (onderwijs)context, inzicht in hoe docenten curriculumkeuzes maken en het creëren van handvatten voor docenten om tot gedekoloniseerd onderwijs te komen.
In een tekst wordt over Nigeria gesproken waarbij direct wordt verwezen naar kolonisatie en ongelijkheid tussen de landen. Er worden daarnaast woorden als 'afschrikwekkend' en 'white men’s grave' gebruikt. Ziektes komen voorbij. In de tekst wordt verwezen naar ongelijke verhoudingen van leider/bezetter en ondergeschikte. Hiermee krijgt een leerling een negatief beeld van Nigeria (terwijl het over het landschap gaat, niet om geschiedenis of dergelijke). Genuanceerde kennis Jongeren krijgen volgens Mieke vaak gesimplificeerde en eenzijdige informatie via social media. 'Complexe mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering en ongelijkheid vragen echter om genuanceerde kennis', vertelt ze. 'Aardrijkskunde-onderwijs is essentieel in de overdracht van deze kennis. Het is hét perspectief van waaruit je naar de wereld leert kijken. Binnen het aardrijkskunde-onderwijs is er al langer aandacht voor beeldvorming en stereotyperingen maar dekolonisatie biedt hierin een volgende stap en verdergaand perspectief.
In veel gevallen wordt in het vak nog door verouderde methodes en achterlopend bewustzijn vanuit het eurocentrische perspectief gegeven. In landen als Engeland en Zuid-Afrika is er al aandacht voor het aardrijkskunde-curriculum in relatie tot racisme, in Nederland is dit nog een taboe. ‘Natuurlijk vormt dit een aspect in een veel bredere beweging, kijk onder andere naar het rapport van Bussemaker waarin aandacht voor invloed van de koloniale tijd wordt gevraagd in het curriculum van de school. Binnen het vak geschiedenis is hier bijvoorbeeld al meer aandacht voor’, aldus Mieke. Rol docenten Een gedekoloniseerd curriculum vraagt een grote rol van docenten waarin ze actieve curriculummakers worden. Een GeoCapabilities-benadering biedt docenten hierbij theoretische concepten en praktische werkwijzen. Dit onderzoek richt zich op aardrijkskundedocenten in Nederland en hun bijdragen aan het dekoloniseren van het aardrijkskundecurriculum door de toepassing van een GeoCapabilaities-benadering.
Over Mieke van Vemden Mieke is lerarenopleider en vakdidacticus aardrijkskunde aan de Lerarenopleiding Aardrijkskunde in Tilburg. Eerder verdiepte zij zich in borderstudies en onderwijskunde. Zij ontdekte dat het vaak gaat over het uitsluiten van anderen en dat bordering een punt van aandacht is in het curriculum. Zij voert haar promotieonderzoek uit in samenwerking met de Universiteit van Utrecht. De Promotiebeurs voor leraren biedt docenten ondersteuning bij het schrijven van een proefschrift. Het doel van de beurs is docenten onderzoekservaring op te laten doen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De beurs is bedoeld voor leraren uit het primair, voortgezet, middelbaar beroeps-, hoger beroeps- en speciaal onderwijs. Landelijk ontvingen dit jaar 24 docenten de beurs, onder wie drie van Fontys. De andere promovendi bij Fontys zijn Astrid Fokkema (Creative Economy) en Max Klöters (International Business).
Auteur: Monique van Laar
m.vanlaar@fontys.nl